Partner pensioen na overlijden

In Nederland hebben nabestaanden het recht op pensioen na overlijden. De achterblijvende partner krijgt zo voor een bepaalde periode (een deel) van het pensioen dat werd opgebouwd door de overleden partner.

Maar Nederland zou Nederland niet zijn als er wat regels aan verbonden zijn. Hoe zit het bijvoorbeeld met zzp'ers?

In dit artikel ontdek je waaruit het nabestaandenpensioen bestaat en hoeveel pensioen je dan kunt krijgen als nabestaande.

Waaruit bestaat het nabestaandenpensioen?

Het nabestaandenpensioen steekt enigszins ingewikkeld in elkaar en bestaat uit drie onderdelen: de nabestaandenwet, de pensioenregeling en de overlijdensrisicoverzekering.

Deze drie zaken hebben met elkaar te maken en zorgen ervoor dat nabestaanden een pensioen krijgen. Dat betekent niet dat ze alle drie tegelijk actief kunnen zijn, want soms heeft iemand alleen recht op een pensioen via de pensioenregeling, maar niet via de nabestaandenwet.

Kortom, het nabestaandenpensioen is een optelsom van allerlei regels, en welk type partnerpensioen je kunt ontvangen, verschilt dus per financiële positie.

Hieronder zetten we de belangrijkste zaken voor je op een rijtje:

De nabestaandenwet is geen vetpot. Het is een wet die partners voor een klein deel vergoedt, in het geval dat ze bijvoorbeeld zelf arbeidsongeschikt zijn of nog een kind verzorgen dat jonger is dan 18 jaar.

Vanuit de nabestaandenwet krijg je tot maximaal 70% van het wettelijk nettominimumloon. In 2023 is dat €1.934,40 per maand. Dit komt neer op een pensioen van maximaal €1.857,73 per maand.

Er geldt 1 uitzondering. Hierbij is het ook nog zo dat het pensioen kan oplopen tot 90% van het wettelijk nettominimumsalaris in het geval dat je een kind verzorgd dat jonger is dan 18 jaar.

Op het moment dat je niet meer voldoet aan deze twee criteria, geldt de nabestaandenwet niet meer. Vanaf dan gelden de andere twee regelingen rondom nabestaandenpensioen: de pensioenregeling en de overlijdensrisicoverzekering.

De pensioenregeling is de meest voorkomende manier van pensioenregeling. In het geval dat je geregistreerd partnerschap had of gehuwd was, geldt in de meeste gevallen een stevige pensioenregeling.

Laten we beginnen met het bijzonder partnerpensioen in het geval dat beide personen werken bij een werkgever. In dat geval zijn er twee opties: een pensioen op basis van risico, en een pensioen op basis van opbouw.

De eerste vorm is het nabestaandenpensioen op risicobasis. Dit is eigenlijk een soort verzekering tegen overlijden. Op het moment dat de partner overlijdt terwijl hij nog in dienst is bij een werkgever, zal de nabestaande een nabestaandenpensioen ontvangen.

Maar als de partner overlijdt nadat de pensioenleeftijd is behaald, krijgt de nabestaande helemaal niets. Niet iedereen is bij deze manier dus van salaris verzekerd.

De tweede vorm van een bijzonder nabestaandenpensioen is het pensioen op basis van opbouw. Bij deze vorm bouwt een geregistreerd partner een pensioen op, ongeacht of er wel of niet wordt deelgenomen aan de pensioenregeling. Eigenlijk is dit een soort potje, waarbij het pensioen gaat uitbetalen bij overlijden.

Hierbij geldt er (natuurlijk) een extra regeltje. In het geval dat je partner in het verleden met iemand anders was getrouwd of geregistreerd partnerschap had afgesloten, zal de ex-partner ook een deel van het nabestaandenpensioen ontvangen.

De laatste vorm is het het overlijdensrisicoverzekering. Dit zijn particuliere verzekeringen die jij zelf afsluit. Dit sluit je af bij een verzekeringsmaatschappij.

Bij een overlijdensrisicoverzekering sluit je een verzekering af voor een bepaalde periode. Overlijd de partner binnen deze periode, ontvang je geld. Valt het daarbuiten, dan vervalt de gehele verzekering.